Voor de 17-jarige Mariza is er geen ander huis dan het treinstation in Civitavecchia. Hier leeft een weesmeisje vroeg na de dood van haar vader, een spoorwegman; hier verdient ze extra bij het stationsbuffet door ijs te verkopen aan passagiers van passerende treinen. Mooi en levendig, ze was gewend aan de bewondering van anderen en beheerste de kunst van koketterie perfect, maar Marise's hart blijft kalm totdat de jonge zeeman Angelo, die haast heeft op haar eerste reis, de trein op het perron verlaat op een zonnige dag. Zondagochtend.