Op 20 januari 1990 stond de Republiek Azerbeidzjan tegenover de Sovjet-Unie, op zoek naar vrijheid en onafhankelijkheid. Het Sovjetleger marcheerde met tanks en zware artillerie naar verschillende steden, en epische botsingen vonden plaats in de hoofdstad Bakoe. In de film wordt de historische gebeurtenis gezien door de ogen van de familie Narimanov, meer bepaald twee broers: Najaf, een KGB-officier en communist, en Mehdi, een voormalige Sovjet-officier die revolutionair werd. Tussen de twee zit de matriarch, Khadija.