In een schilderachtig vissersdorpje zijn Bill en Mary jeugdliefdes. Tien jaar gaan voorbij en de jongen, nu een jonge man, geeft het meisje een ring en ze hernieuwen nu hun geloften. Ze zijn allebei erg gelukkig totdat het lot tussenbeide komt. Terwijl Bill langs de kust wandelt, ziet hij ver op zee een vlot met een voorwerp erop dat op een mens lijkt. Hij zwemt naar het vlot en vindt er een uitgeputte visser op liggend liggen. Terwijl hij het vlot naar de kust duwt, brengt hij, met de hulp van anderen, de vreemdeling weer tot leven. Joe is de naam van de vreemdeling en hij en Bill worden trouwe vrienden. Mary wordt verliefd op Joe en zet Bill op wrede wijze terzijde.